Camille Saint-Saëns – Le carnaval des animaux (1886)

Camille Saint-Saens
Camille Saint-Saens

Het Carnaval der Dieren is een suite van veertien muzikale dierenportretten vol verborgen humor en satire. De muziek mocht van Saint-Saëns alleen in huiselijke kring uitgevoerd worden, en dan liefst door een handjevol instrumenten. Saint-Saëns was bang dat de frivole muziek, waarin hij collega componisten en musici op de hak nam, niet goed zou zijn voor zijn carrière. Maar wel een topper voor kinderen! De delen:

1. Introductie en koninklijke mars. De stoet wordt aangevoerd door de koning van het dierenrijk, de leeuw, die we in de mars ook regelmatig horen brullen.

2. Kippen en hanen. Getok en gekukel, waarbij de kippen het eerste en laatste woord hebben.

3. Ezels. Pianisten spelen schools toonladders. Saint-Saëns gaf dit portret de bijnaam ‘Snelle dieren’.

4. Schildpadden. Een bekende dansmelodie van Offenbach wordt tergend langzaam gespeeld.

5. De olifant. Een walsje, waarbij de contrabas op logge wijze lichtvoetige dansmelodietjes speelt.

6. Kangeroes. Springende kangeroes, waarbij het onregelmatige tempo de sprongen uitbeeldt.

7. Het aquarium. Een aquarium komt muzikaal tot leven, compleet met luchtbelletjes en vissen die op en neer bewegen. De mysterieuze muziek van dit portret is regelmatig te horen in reclames en films, bijvoorbeeld in Harry Potter en de Steen der Wijzen (2001).

8. Personen met lange oren. Geblaat van muziekcritici, met hun lange oren.

9. De koekoek in het bos. De klarinet speelt te pas en te onpas het koekoek-motief, begeleid door impressionistische akkoorden op de piano, à la Debussy.

10. Volières. Fluit en piano geven een vogelconcert.

11. Pianisten. De pianisten worden nogmaals te kijk gezet met hun saaie oefeningen, maar nu erger dan in het eerdere portret. Dit kan ook een kritische blik zijn op de mens.

12. Fossielen. Hier toont Saint-Saëns zelfspot. De xylofoon speelt een melodie uit zijn beroemde Danse macabre, waarmee hij aangeeft dat dit succes hem gemaakt heeft tot een soort fossiel.

13. De zwaan. Het enige portret wat in het openbaar uitgevoerd mocht worden. Volgens de overlevering laat de zwaan vlak voor haar dood prachtige zang horen. De elegie van de cello beeldt dit muzikaal uit.

14. Finale. Een soort rondedans waarin we diverse dieren nog eens terug horen.

De mooiste suites uit de romantiek vind je in hoofdstuk 9 van Klassiek in Zicht!