Bij de eerste dans zetten krachtige akkoorden een marstempo in. Eenmaal tot stilstand gekomen, speelt de saxofoon weemoedig een melodie die doet denken aan moedertje Rusland; Rachmaninov (1873-1943) was vanwege de Russische revolutie van 1917 gevlucht naar Zwitserland, en later Amerika. De tweede dans heeft het karakter van een valse triste, terwijl de derde dans onrustig en syncopisch is met motieven uit Grieks- orthodoxe gezangen. ‘Hallelujah’ schreef Rachmaninov aan het einde van wat zijn allerlaatste partituur zou blijken te zijn.
Benieuwd hoe het klinkt? Luister hier!
Bron: Klassiek In Zicht, Aldo Druyf